Sociaal domein

De reguliere middelen jeugd zijn begroot op € 8,86 mln. in 2023 aflopend naar € 8,66 mln. vanaf 2024. De afloop wordt veroorzaakt doordat er bij de kadernota 2022 eenmalig € 200.000 in 2022 en 2023 aan extra middelen beschikbaar is gesteld voor het CJG.  Er wordt de komende periode bezien of de aanvullende middelen ook voor 2024 en verder benodigd zijn.

Aanvullend heeft het rijk voor 2023 € 2,61 mln. aan jeugdmiddelen beschikbaar gesteld. Vanaf 2024 moet het rijk nog besluiten over aanvullende middelen jeugd. Conform de richtlijn van de toezichthouder wordt er een stelpost nog te ontvangen middelen jeugd van € 2,45 mln. in 2024 aflopend naar € 1,56 mln. in 2026 opgenomen in de begroting 2023. De bedragen zijn  gebaseerd op 100% van de landelijke jeugdcompensatie (uitspraak Commissie van Wijzen, zie onderstaande tabel). De extra jeugdmiddelen hebben een aflopende lijn, omdat er besparingsmaatregelen gerealiseerd moeten worden via de uitvoering van de hervormingsagenda jeugdzorg. Rijk en VNG werken hieraan en na verwachting wordt de hervormingsagenda in het najaar 2023 bekend gemaakt. Hierna kunnen we aan de slag om regionaal en lokaal hier verder invulling aan te geven.

In totaal is er € 11,48 mln. in 2023 aflopend naar € 10,23 mln. in 2026 aan begrote middelen jeugd beschikbaar. De begrote kosten jeugd zijn € 11,69 mln. in 2023 aflopend naar € 11,46 mln. vanaf 2024.  Per saldo een tekort van € 0,21 mln. in 2023 oplopend naar € 1,26 mln. in  2026. De tekorten worden met name veroorzaakt door stijging van de specialistische jeugdzorg kosten. Er ligt dus een flinke opgave om via maatregelen uit de hervormingsagenda jeugd te besparen op de jeugdkosten. Daarnaast wordt er vanaf 2023 regionaal een nieuw inkoopmodel jeugd ingevoerd.  De komende jaren moet er regionaal en lokaal invulling gegeven worden om de besparingsmaatregelen jeugd daadwerkelijk te realiseren. Bijvoorbeeld door het versterken van de toegang, nog meer inzetten op preventie, het versterken van veerkracht van jeugdigen en hun omgeving en het vereenvoudigen  van de jeugdketen.  Er is een taakstelling ingeboekt voor € 0,21 mln. in 2023 oplopend tot € 1,26 mln. in 2026. We zullen de ontwikkelingen jeugd komende jaren scherp monitoren en hierover rapporteren via de zomernota en jaarrekening.