Home

De financiële positie

Bedragen * € 1.000

S=structureel

- is voordeel

E=eenmalig

Omschrijving

S/E

2023

2024

2025

2026

Mutaties bestaand beleid begroting
2023-2026

S

-142

54

120

-63

E

-65

40

14

-78

Bij het opstellen van de reguliere begroting ontstaan altijd mutaties als gevolg van autonome ontwikkelingen. Het resultaat van deze autonome ontwikkelingen ten opzichte van de zomernota 2022 is hier vermeld. In bijlage C achter in deze begroting is een nadere analyse op hoofdlijnen van de mutaties bestaand beleid opgenomen.

Voortgang kredieten
Binnen de organisatie blijft nog aandacht nodig voor het realistisch plannen en bewaken van de kredieten. Richting de komende jaarrekening 2022 willen we verdere vervolgstappen zetten om planning en realiteit dichter bij elkaar te brengen. Hierbij moeten we niet de illusie hebben dat aan het einde van het boekjaar nagenoeg alle kredieten zijn besteed. Op een deel van de kredieten hebben we immers als gemeente maar beperkt invloed.  Wel heeft een nadere analyse ons geleerd dat we met kredieten welke maar beperkt beïnvloedbaar zijn anders kunnen omgaan. Concreet betreft het hier een tweetal kredieten met betrekking tot de N35 (knooppunt Raalte € 4,5 mln. en infrastructurele maatregelen tot een bedrag van € 0,75 mln.). Voorgesteld wordt deze kredieten bij de begroting 2023 terug te ramen en te reserveren in een bestemmingsreserve mobiliteit (zie bijlage I2). Het geld blijft dan beschikbaar voor de aangegane verplichtingen en wordt opnieuw door uw raad beschikbaar gesteld zodra inhoudelijke besluitvorming hierom vraagt. Concreet betekent dit ook dat het totale kredietvolume fors neerwaarts kan worden bijgesteld en we nog gerichter kunnen sturen op de kredieten waar we wel invloed op hebben. In bijlage E1 en E2 van deze begroting treft u een totaaloverzicht aan van de kredieten 2023-2026.

Algemene uitkering gemeentefonds
De algemene uitkering is, in overeenstemming met de meicirculaire 2022, vertaald in de programmabegroting 2023 en meerjarenraming 2024-2026. Uit deze circulaire blijkt dat gemeenten een fors hogere algemene uitkering gemeentefonds ontvangen door hogere accressen en door hogere rijksuitgaven (trap-op-trap-af systematiek).

Over de ontwikkelingen algemene uitkering is uw raad via een separatie informatienotitie nader geïnformeerd.

Tot en met 2025 geldt voor de groei van het gemeentefonds de methodiek dat wanneer de rijksuitgaven stijgen, het gemeentefonds evenredig meegroeit. Dit wordt het accres genoemd. Omgekeerd geldt hetzelfde: dalen de rijksuitgaven als gevolg van bezuinigingen, dan daalt het gemeentefonds evenredig mee. Dit noemen we de trap-op-trap-af systematiek.

Hierbij is het goed te vermelden dat het Rijk en de VNG in juni 2022 een akkoord hebben bereikt over het bevriezen van het volume-acres voor de jaren 2022-2025. Dit om de stabiliteit van het geraamde acres voor de komende jaren te verbeteren. Het accres gedurende de periode 2022-2025 wordt wel blijvend gecorrigeerd met de actuele ramingen door het Centraal Planbureau van de ontwikkeling van de lonen en prijzen (het LPO-deel). Daarmee blijven deze gewenste schommelingen van het accres bestaan en wordt het inflatierisico voor gemeenten beperkt.

Vanaf 2026 zal het gemeentefonds niet langer via de huidige normeringssystematiek berekend worden. We zien dan ook een forse terugloop van beschikbare middelen voor het begrotingsjaar 2026. Daarom wordt 2026 in gemeenteland ‘het ravijn jaar’ genoemd. In juli 2022 heeft de minister van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties een contourennota aangeboden aan de tweede kamer. Deze contourennota beschrijft de stappen die het kabinet wil zetten om te komen tot een nieuwe financieringssystematiek, op korte en lange termijn en schetst een aantal vertrekpunten hiervoor. Centraal hierbij staat de behoefte aan meer stabiliteit, inzicht in de ontvangen middelen en ruimte voor autonomie keuzes op lokaal en regionaal niveau. In aanloop naar deze nieuwe financieringssystematiek heeft het kabinet bij de septembercirculaire 2022 voor het jaar 2026 een eenmalige rijksbijdrage van € 1 mld. beschikbaar gesteld voor gemeenten. Globaal vertaald naar Raalte betekent dit een bedrag van circa € 1,6 tot € 1,8 mln. Conform bestendige gedragslijn is de septembercirculaire 2022 niet meer in deze begroting verwerkt. Financiële vertaling van deze circulaire vindt plaats bij de komende kadernota/begroting 2024-2027.

Tegenover de extra te ontvangen middelen gemeentefonds staan grote transitieopgaven. Deze staan beschreven in hoofdstuk 0 van deze begroting.

Vertaling extra middelen jeugdhulp
Vanaf 2024 moet het Rijk nog besluiten over de aanvullende middelen jeugdhulp. Deze (te verwachten) aanvullende middelen zijn gebaseerd op de uitspraak van de Commissie van Wijzen en voor 100% opgenomen in de begrotingsramingen 2023-2026. Dit is in overeenstemming met de richtlijn van de provinciaal toezichthouder.  

Loon- en prijsstijgingen
Conform de begrotingsrichtlijnen is in deze begroting een algemene prijsstijging van 3% doorgevoerd en een loon-/premiestijging van in totaal 5% ten opzichte van de primitieve begroting 2022.  Van de loon- en premiestijging is een deel (€ 412.000) nog geparkeerd op een stelpost in afwachting van de definitieve loon- en premiepercentage's 2023 welke naar verwachting eind dit jaar beschikbaar komen. Omdat bij de budgetten van gesubsidieerde instellingen, verbonden partijen, subsidierelaties en aanbieders sociaal domein op onderdelen nog onvoldoende rekening gehouden kon worden met doorvertaling van een aantal (nog te maken) cao-afspraken 2022-2023 en te verwachten prijsstijgingen, is hiervoor een totaal-stelpost geraamd van afgerond € 175.000.

Daarnaast is in de zomernota 2022 rekening gehouden met een tussentijdse prijsstijging 2022 van 2%, boven op de nog beschikbare stelpost loon- en prijsontwikkelingen 2022, welke ook doorwerkt in de begroting 2023. Ten tijde van het samenstellen van de begroting 2023 (september 2022) was van deze stelpost nog een structureel bedrag van afgerond € 0,5 mln. beschikbaar. De verwachting is dat we met name in de tweede helft van 2022 en 2023 geconfronteerd worden met aanzienlijk hogere prijsstijgingen, waarvoor dan dekking beschikbaar is door inzet van bovengenoemde stelpost. Bij de jaarrekening 2022 rapporteren wij u over het verloop van deze stelpost per ultimo 2022.

Stelpost prijsmutaties en volumeontwikkelingen
Ook is in deze begroting een stelpost geraamd van € 200.000 in 2023 oplopend naar € 800.000 structureel in 2026 om de gevolgen van mogelijk hogere inflatie, extra zorgkosten door vergrijzing en extra kosten door toename van het areaal (aantal inwoners, woningen, wegen etc.) op te kunnen vangen.  

Deze pagina is gebouwd op 12/08/2022 13:22:50 met de export van 12/08/2022 13:05:40